Gender Deel 1
Rowan vindt een honkbalknuppel in een kast vol met speelgoed en zwaait ermee in het rond welhaast als een ervaren honkballer. E mept in es enthousiasme bijna een lamp van het bureau af, maar kan es slag nog net corrigeren. Vanonder het bed wordt door Idris een springtouw gevist waarmee per denkt wel iemand te kunnen wurgen. Per trekt het springtouw tussen per handen strak om te kijken of het sterk genoeg is en knikt goedkeurend. Na een rondje door de kamer, besluit Pip het te houden bij de zware kandelaar die zem in het raamkozijn had zien staan. Allen hebben net een wapen van hun keus gevonden als ze beneden de deur van de keuken met luid gepiep horen opengaan. Het oude, houten huis kraakt aan alle kanten.
“Snel, verstop je! Er komt iemand aan”, fluistert Billy op het moment dat ey voetstappen de trap op hoort komen.
Idris gaat achter de deur van de kamer staan, Rowan en Pip kruipen naast het bureau uit het zicht en Billy rolt onder het bed waar ey nog maar net onder past. Net nadat Billy eir voet onder het bed trekt, stapt Berend hun kamer binnen. Vanachter de deur vandaan springt Idris en per werpt behendig per springtouw om hun nek. Met twee handen trekt per het springtouw strak aan om ervoor te zorgen dat per hun luchtwegen zodanig heeft afgekneld dat hen echt niet meer kan ademen. Hen voelt het touw snijden in hun keel en hun luchtwegen worden afgekneld waardoor het onmogelijk voor hen is om een kreet om hulp te geven. Licht gegorgel verlaat hun mond en hun ogen puilen uit alsof ze elk moment uit hun kassen kunnen poppen. In een flits staat Rowan voor hun neus en stoot met es knuppel in hun maag. Deze wordt gevolgd door de kandelaar op hun schouder. Met intense pijn en met het strakgetrokken springtouw om hun nek snakt hen naar ook maar een beetje lucht. Berend staat met hun rug tegen Idris aan en wordt stevig vastgehouden door per. Zo vangt hen van alle kanten klappen op van een knuppel en een kandelaar.
Billy geeft een teken dat ze moeten ophouden met slaan. Hen is blauw aangelopen, botten lijken op allerlei plaatsen te zijn gebroken en lichaamsdelen staan in bochten waarin ze niet van nature horen te kunnen staan. Het einde nadert voor hen als ey eir mes op hun keel zet. Idris houdt hen stevig vast, terwijl Rowan en Pip toekijken hoe ey bijna vakkundig hun nek opensnijdt met een brede grijns op eir gezicht. Hun bloed loopt in grote hoeveelheden langs hun armen en borst omlaag. Idris laat per springtouw los en als een slappe vaatdoek valt Berend levenloos op de grond van hun kamer. Voldaan en tevreden kijken de vier jongeren naar het bebloede lichaam op het tapijt en de poel van bloed waar het in ligt.
“Dit is wat je krijgt als je zulke waanideeën erop nahoudt, vuil stuk vreten”, foetert Billy richting het lijk en ey spuugt hen in hun gezicht.
Idris schopt hen in hun zij en raapt daarna per springtouw van de grond. De levenloze ogen van Berend staren blind en zielloos naar het plafond. Op die manier wordt hen achtergelaten door de vier jonge moordenaars die bij het verlaten van het vertrek de deur achter hen dichttrekken. Voorzichtig en zo stil mogelijk zoeken ze in de gang naar de kamer van Willemijn en Gerdien. Het vermoeden is dat zij bij elkaar slapen en als de groep bij een deur komt waar ze gepraat doorheen horen is hun vermoeden bevestigd.
Zonder een plan van aanpak staan ze wat ongemakkelijk stil voor de deur van de kamer waarachter de twee individuen zitten. Met hun oren op de deur vangen ze een stuk op van het gesprek dat er wordt gevoerd door de brussen.
“Ik vind het maar raar dat ze niet eens weten of ze een jongen of een meisje zijn.”
“Zouden ze wel weten wat een penis of een vagina is?”
Er wordt wat gegrinnikt in de kamer en de vier jongeren erbuiten kijken elkaar vragend aan. Deze woorden zeiden hen inderdaad niks. Hadden ze dit moeten weten? Zijn het onzin woorden om ze in verwarring te brengen? Hebben ze door dat ze worden afgeluisterd? Het gesprek zet zich voort.
“Heb je gezien dat ze ook geen van allen borsten hebben?”
“Zouden ze naar die van ons hebben gekeken?”
“Misschien denken ze wel dat we van Venus komen. Of dat we familie van de kamelen zijn.” Ze gniffelen weer wat.
“Ze zagen er sowieso allemaal eender uit. Hoe houden ze elkaar uit elkaar?”
“En dan die vrouw met haar baard. Pappa was daar vast jaloers op.”
“Op haar lange, blonde lokken of op haar baard?”
“Beide!”
Er wordt flink gelachen, terwijl ze geen vermoeden hebben over hoe de vier jongeren voor de deur van hun kamer steeds bozer en bozer worden. Zonder enige vorm van onderlinge communicatie duwt Rowan bruut de deur open en stormt blindelings op een van de personen af met es knuppel hoog in de lucht. Billy bedenkt emzelf geen minuut en schiet achter em aan met eir mes in de hand.
Als de deur openklapt draaien Willemijn en Gerdien hun hoofden gezamenlijk die richting uit en zien één van de jongeren met een knuppel op hen komen afgestormd. In een reflex doet Willemijn hun arm omhoog om hunzelf te verdedigen en voelt de volle kracht van de knuppel op hun onderarm die daardoor als een twijg breekt. Op het moment dat hen het van pijn wil uitschreeuwen wordt hun nek doorboord met het mes van Billy.
Idris haast perzelf achter per twee klasgenoten aan en stort perzelf op Gerdien voordat hen hun brus te hulp kan schieten. De kandelaar van pers raakt hen tegen de kaak en hen valt op de grond. Per springt boven op hen en begint als een maniak in te slaan op het gezicht van hun. Pip trekt per van hen af als zem ziet dat hen ondertussen wel genoeg klappen van pers kandelaar heeft gehad. Hun ogen zijn volledig dichtgeslagen en de schedel lijkt op diverse plaatsen te zijn gebroken.
Willemijn ligt dood te gaan op de grond en probeert het bloeden tegen te houden met hun hand, maar het gutst eruit als een waterval. Hen staart vragend om hulp naar de jongeren. Zij buigen zich gezamenlijk over de twee stervende personen heen en drijven de spot met hen. Willemijn probeert met hun nog werkende arm de hand van hun brus vast te pakken die onherkenbaar is door de vele rake klappen in hun gezicht. Hand in hand blazen ze hun laatste adem uit onder het gelach van de vier jeugdige daders.
—
“U heeft er geen idee van hoe wij hier leven”, zegt de agrariër tegen Luca, die ondertussen witheet is geworden. “Er zijn vele zaken, beste man, waar u geen weet van heeft.”
“Het is u die geen flauw benul heeft van de wereld en wenst de realiteit niet onder ogen te zien”, wordt er gebriest.
“Uw realiteit zit vol waanbeelden, illusies en bedrog. Neem dat maar van mij aan. U heeft geen idee wat er gaande is.”
“U en uw partner behoren achter tralies te zitten of in een inrichting met uw ideeën. Deze kinderen achter mij hebben dankzij u en uw abominabele uitspraken weer weken therapie nodig. Het gaat geld kosten en uren duren voordat dit ene bezoek aan uw boerderij psychisch is verwerkt.” Het gezicht van Luca staat op ontploffen.
Het is een verhitte discussie waar geen winnaar uit zal komen. Annie ziet het in en trekt hun partner aan hun arm weg bij de leerkrachten en de groep leerlingen. Hen zet hen neer op de bank en reikt hen hun thee aan om te bedaren. Dan spreekt hen zelf op rustige toon de onderwijsgevenden toe.
“Vergeef mijn man, hij kan zich erg druk maken soms. Ik denk dat het wellicht een goed moment is voor jullie om terug te gaan naar de bus. Uw chauffeuse zal zeker en vast al daar zijn met een monteur.”
Nova, die het woord even overneemt van aer collega, stemt in met dit voorstel – zij het met grote woede in aer lichaam – en maant de leerlingen om op te staan, zodat ze kunnen vertrekken. “Er ontbreken nog wel vier kinderen. Ik dacht dat ze naar het toilet waren, maar ze zijn nog niet teruggekomen.”
“Als jullie op jullie gemak de tassen en jassen pakken, dan zoeken mijn man en ik de kinderen wel en hoeven jullie niet het hele huis door te spitten. Als jullie buiten wachten, dan sturen wij ze wel naar jullie toe”, geeft Annie rustig aan.
—
Boven horen de vier jeugddelinquenten hoe hun klasgenoten en leerkrachten hun spullen uit de kast pakken en naar buiten gaan. Rap maken ze dat ze uit de kamer komen en staan boven aan de trap verdekt opgesteld te kijken en luisteren naar wat er gaat gebeuren.
“Schat, als jij boven kijkt, dan controleer ik hier beneden de kamers”, zegt de persoon Van Dam tegen hun partner die er met een korte knik mee instemt.
Met veel lawaai, een hoop geklets en her en der wat gesnik en gejammer pakken alle kinderen hun tassen en jassen. Ze nemen de overgebleven spullen van de vier klasgenoten ook mee naar buiten waar ze met open armen opgewacht worden door de onderwijsgevenden. Buiten krijgen ze allemaal de kans om even snel hun hart te luchten. Annie loopt ondertussen rustig de trap op niet wetende dat ze boven wordt opgewacht door vier gewapende en opgefokte jongeren.
Als eerste wil hen de kamer van Berend binnenstappen, maar zodra hun hand naar het handvat reikt wordt hen in hun rug gestoken. Wanneer hen hun omdraait wordt hen geraakt door een knuppel en valt buiten bewustzijn tegen de deur.
“Ssssh”, fluistert Billy, “help me even, dan slepen we hen de kamer in.”
Ze leggen hun wapens bij elkaar op de grond en stropen de mouwen op. Idris pakt hen bij hun benen en Billy grijpt hen bij hun schouders vast. Pip de heupen en arm aan de ene kant en Rowan aan de andere kant.
“Hen weegt een ton”, zegt Rowan.
“Lijken zijn altijd zwaar”, verklaart Idris.
Met wat gezucht en gesteun leggen ze hen neer naast Berend in hun plas bloed. Berend is ondertussen lijkwit geworden en al aardig afgekoeld. Nog nooit eerder hadden ze een echt lijk gezien, maar het lijkt ze weinig te doen. Ze zitten zo vol haat en afschuw door de uitspraken van dit gezin en hun hele gedachtegoed, dat er geen ruimte is voor andere emoties. Toch geeft Pip aan dat ze hen niet op deze manier kunnen achterlaten. Zem sluit met zeer vingers hun ogen en zegt tegen Rowan dat e hun lakens van het bed moeten halen om hen te bedekken. Het bloed zuigt meteen de eens zo witte lakens in en dat maakt het eigenlijk een nog luguberder geheel dan gewoon twee mensen op de grond in een plas met bloed.
Ze pakken hun wapens op die nog voor de deur van de kamer op de grond lagen en staan in een soort scrum-houding met de hoofden naar elkaar toe om de situatie te bespreken.
“Hun partner loopt beneden nog ergens rond”, zegt Rowan, “en ik denk niet dat hen naar boven gaat komen.”
“We moeten stil de trap af sluipen en hen verrassen in een kamer beneden”, zegt Idris.
“Is verder iedereen al buiten, denk je?” vraagt Pip.
“We kunnen geen risico’s nemen”, stelt Billy en precies op dat moment horen ze de buitendeur dichtvallen. Dat is het teken waar ze op zaten te wachten. Billy gebaart met eir hand naar Pip dat zem voorop moet gaan de trap af. Daarna volgt ey zelf en wuift dat Rowan gevolgd door Idris hen achterna moeten komen. Ze sluipen zo stil als ze kunnen achter elkaar de trap af met de wapens in hun handen en klaar om toe te slaan indien dat nodig is.
De persoon Van Dam loopt van de eetkamer via een tussendeur de woonkamer binnen en heeft nog geen teken gezien van de vier verdwaalde kinderen. Hen roept naar hun partner die boven de kamers zou verkennen: “Lieverd, heb jij ze boven gezien? Hier kan ik ze niet vinden!” Maar er komt geen reactie. “Lieverd!?”.
Hen steekt hun hoofd door de deuropening van de woonkamer en krijgt direct een kandelaar in hun oog gestoken. Het mes van Billy verdwijnt in hun knie. De agrariër zakt hierdoor naar de grond en het laatste dat hen voelt is een doffe klap in hun nek. Daarna gaat het licht voor hun voor altijd en eeuwig uit.






Leave a comment