Hoofdstuk 3: Naar School

Written by:

Gender Deel 3

Achter in de klas zit de schoolpsycholoog Vesper om Maan en Royce te observeren. Het is gebruikelijk dat tijdens de eerste dagen op een nieuwe school leerlingen goed in de gaten worden gehouden. Ne kijkt of de kinderen aansluiting vinden bij de groep, maar gezien de achtergrondinformatie die ontvangen is, wordt er nu eveneens gelet op eventuele mentale problemen. Je ouders verliezen heeft een enorme impact. Over een week zullen Royce en Maan – zoals ze nu bekend staan – afzonderlijk van elkaar opgeroepen worden voor een consult bij nem op kantoor. Voor nu is het vooral fijn als ze even onder leeftijdsgenoten zijn en er zo onopvallend mogelijk een oogje in het zeil wordt gehouden. 

Het lokaal is sober ingericht met weinig franje en slechts een enkele poster over triviale zaken aan de in gebroken witgeschilderde muren. In alle decennia van klassikaal onderwijs is het meubilair voor de leerlingen nog steeds onveranderd ongemakkelijk gebleven. Multiplex bureautjes en stoelen waar met een pen namen in gekerfd staan en allerhande krabbels op zijn gemaakt. Tijden zijn in die zin veranderd dat er geen geslachtsdelen meer getekend worden zoals dat sinds het begin der tijden wel gedaan werd. Vooraan in het lokaal hangt de modernste onderwijsapparatuur die de school kon betalen, wat betekent dat het ondertussen al drie keer afgeschreven is en op instorten staat.  

Op verzoek van de onderwijsgevende stellen de twee nieuwe leerlingen hunzelf voor. Daarvoor moeten ze naast hun bureau gaan staan. “Mijn naam is Maan en mijn voornaamwoorden zijn thon, thon, thon’s, thon’s en thonzelf”, zegt Bertha zoals is geoefend bij de gemeenschap. Thon wordt welkom geheten door de klas en daarna stelt thon’s brus hirzelf voor: “En ik ben Royce. Mijn voornaamwoorden zijn sie, sie, hir, hir en hirzelf.” Alhoewel het verleidelijk was voor ouder Werner om complete onzinvoornaamwoorden te bedenken voor hun kinderen om zo een klein beetje verwarring te scheppen binnen de regels van het toelaatbare, hebben ze uiteindelijk toch gekozen voor gangbare en gebruikelijkere aanspreekvormen om geen onnodige argwaan te wekken. Er is hoe dan ook erg gegniffeld aan het thuisfront over enkele van de voorstellen die zijn gedaan. Vooral de reeks: an, an, anu’s, anu’s en anuzelf kon rekenen op een hartelijk lachsalvo.  

Royce wordt vriendelijk begroet door de klas en de onderwijsgevende. Normaal gesproken zouden de kinderen kort wat hebben verteld over hun achtergrond, maar dat wordt achterwege gelaten op advies van de schoolpsycholoog. Dat heeft ne besloten om zo te voorkomen dat het trauma gelijk aan de orde wordt gesteld in een grote groep onbekenden en dat deze jongeren zo worden onderworpen aan vragen die het genezingsproces kunnen belemmeren. Dit is van tevoren besproken met de afdelingsleiders die alle onderwijsgevenden erover hebben ingelicht. De kinderen van Werner zullen zeker deze eerst week ontzien worden in de klas en nog geen vragen hoeven te beantwoorden als ze niet zelf eerst hebben aangegeven dat te willen.  

In het eerste lesuur wordt er taalles gegeven. Vandaag wordt de tegenwoordige tijd herhaald en wat Royce gelijk opvalt zijn de voornaamwoorden in de voorbeeldzinnen. De derde persoon enkelvoud is in elke zin een simpele ‘x’ welke staat voor elk willekeurig voornaamwoord dat men zou kunnen bedenken. Er staat tussen haakjes wel apart ‘het’. De leerkracht geeft expliciet aan dat dit woord alleen wordt gebruikt als het niet om personen gaat en dat het uiterst ongepast is om dit woord voor personen te gebruiken.  

Royce en Maan hebben wel veel boeken gelezen op de communie, maar nimmer over grammatica van enige taal; welke dan ook. Ze merken dat ze toch een beetje hun best moeten doen om hun primaire gedachtes en reacties te onderdrukken bij dit soort informatie. Het gaat allemaal in tegen alles waarin ze jarenlang in hebben geloofd en nog steeds in geloven. Tijdens de uitleg bekruipt hen de angst af en toe dat de psycholoog ze wellicht doorziet; dat de angst van hun gezichten af is te lezen en dat het gegrift staat in de groeven van hun frons dat ze anders over genderzaken denken. 

Zelfs als je volledig in je eigen veilige habitat verkeert, dan is het voor velen – op het moment dat ze geobserveerd worden door een psycholoog of psychiater – altijd de vraag: “Hoe gedraagt een ‘normaal’ persoon zich eigenlijk?” Dingen als: “Als ik nu mijn benen over elkaar heen kruis, is dat dan normaal?” en “Loop ik eigenlijk wel ‘normaal’ zo?” zijn gebruikelijke gedachtes die een mens soms tot gekte kunnen drijven. Zelfs je haar even in model brengen, zoals men dat weleens doet, kan dan ineens aanvoelen als abnormaal. Helemaal als de observant met een pen in de hand aantekeningen zit te maken van elk zuchtje wind die je uitblaast of elke armbeweging die je maakt. Adem je eigenlijk wel zoals een ‘normaal’ persoon ademt?  

De eerste lessen in klaslokalen waar gek genoeg overal dezelfde posters aan de muren hangen en de teksten op de tafels eveneens niet veel verschillen van elkaar, verlopen zonder al te veel problemen behalve dan wat lichte angst. Ze hopen dat ze dit kunnen wegschrijven als verdriet om het grote verlies van hun ouders en het aanpassen aan hun nieuwe situatie. Verder lijken ze qua gedrag en kleding volledig op te gaan in de groep en de omgeving.   

Tijdens de pauze vinden ze een plek in de kantine naast drie andere leerlingen. De ruimte om het eten te nuttigen staat in schril contrast met de rest van de inrichting. Hier is ruimschoots gebruik gemaakt van het gehele kleurenpalet. De ene schreeuwende kleur wordt afgewisseld met de andere. Het ziet ernaar uit dat een stel fysiek uitgedaagde kleuters met kwasten en een keur aan potten verf aan de slag zijn gegaan. Alleen de volledig verchroomde keukeninrichting is gespaard gebleven.   

Hun schoolgenoten stellen hunzelf voor als Senna, Bodhi en Lou voorzien van hun gewenste voornaamwoorden. Royce en Maan kijken elkaar heel kort even vragend aan, want wordt er nu van ze verwacht dat ze dit in één keer onthouden of hadden ze het moeten opschrijven? En is het gepast om er later nog eens naar te vragen? Dit zijn zaken die ze niet hebben kunnen oefenen in de gemeenschap en ze hopen er gaandeweg achter te komen zonder door de mand te vallen.  

Gedurende de pauze zit de psycholoog in de buurt aan een eenzaam tafeltje om te kijken en te luisteren. Ne zit er niet heel opvallend bij, maar nir aanwezigheid wordt wel opgemerkt. In de groep van Royce en Maan worden simpele vragen gesteld over hoe de school bevalt en wat ze van de lessen en docenten vinden tot zover, maar elke persoonlijke vraag wordt vermeden. Het lijkt erop dat de leerlingen uit de klas zijn geïnstrueerd dit soort zaken te vermijden. Royce en Maan geven zo beleefd als ze kunnen antwoord, maar zijn nog wat terughoudend in het aanwakkeren van een uitgebreid gesprek. 

Maan is vooral bezig in thon’s hoofd met de vraag: “Hoe eet je eigenlijk op een normale manier een banaan?” Thon staarde wat lang en bedenkelijk naar de gele rakker in thon’s hand.  

“Is dit je eerste banaan?” vraagt Bodhi met een glimlach op zhaar gezicht. 

Deze opmerking haalt Maan uit thon’s trance. Thon schudt thon’s hoofd en pelt vlug de langwerpige vrucht.  

“Mijn brus is meer een appelmens”, valt Royce thon bij.  

“Appels hebben we op donderdagen”, zegt Senna beleefd, wijzend naar de menukaart die aan de muur naast de keuken hangt. “Ik ben zelf meer een lycheepersoon, maar die heb ik nog niet kunnen ontwaren hier. Over het algemeen komen de meeste vruchten wel voorbij in een week. Verwacht alleen niks te buitensporigs. Over het algemeen zijn het vruchten die niet van al te ver geïmporteerd hoeven te worden.” 

“Bananen zijn goed genoeg”, geeft Maan aan. “Ik vroeg me alleen af hoe je die op een normale manier pelt.” 

Bodhi, die wat bijdehanter is dan de gemiddelde leerling, antwoordt: “Sommige mensen zijn van mening dat je een banaan vanaf de onderkant moet pellen, omdat apen dat ook doen. Maar ja, apen schijten ook vanuit de boom en dat zie ik verder nooit iemand doen, dus.” 

De groep schiet in de lach en daarmee lijkt het ijs wel gebroken tussen de kinderen. Aan de eenzame tafel niet ver ervandaan is Vesper druk aan het noteren, maar ne lijkt naar de achtergrond te zijn verdwenen in de gedachtes van de jongeren. Het gesprek krijgt een natuurlijker verloop en Maan en Royce worden kort ingelicht over de mores van de school; wie er ‘hot’ zijn en wie ‘not’ en welke personen koste wat kost vermeden moeten worden. Zo krijgen ze te horen dat ze beter bij Quinn en Noé uit de buurt kunnen blijven, want als er twee opgroeien voor galg en rad, dan zijn zij het wel. Verder zitten er over het algemeen wel goede jongeren op de school, “maar,” zegt Lou, “vertel absoluut geen geheimen aan Roan, want dan kun je beter gelijk NOOSE bellen.”  

Met NOOSE zijn Royce en Maan zeker wel bekend. Ze hebben in hun voorbereidingen wekenlang voor de TV zitten kijken naar elke mogelijke uitzending die er maar te zien was. Ze kennen elke reporter bij naam en toenaam en weten alle voornaamwoorden zo op te dreunen. Voordat het gesprek die wending kan krijgen, gaat de bel alweer voor de volgende les. De tafels worden netjes opgeruimd, rommel verdwijnt in de grijze afvalbak die naast elke tafel staat, de spullen worden gepakt en met zijn vijven lopen ze naar de les op de voet gevolgd door Vesper.  

— 

De week verloopt verder goed voor Royce en Maan en ze hebben hun gelijkgestemden gevonden in Bodhi, Senna en Lou, maar ook in Micha die zirzelf later bij de groep aansloot. Micha was de eerste dag dat Royce en Maan er waren ziek. Zie had zich de tweede dag in de kantine bij de groep gevoegd en viel, net als de andere drie, goed in de smaak bij de twee kinderen. Bij de tooms thuis noteerden Royce en Maan samen alle namen van leerlingen en de bijbehorende voornaamwoorden om ze zo uit het hoofd te leren. Dat ging wel wat ten koste van het huiswerk, maar niet ontdekt worden heeft voor hen toch echt een hogere prioriteit dan het maken van werk dat afgestemd is op ‘de normalen’. 

De hele week heeft Vesper de twee brussen door de school heen gevolgd en aantekeningen gemaakt. Na een week was nir conclusie positief en nir verslag werd netjes aan de directeur gepresenteerd. Len en Vesper zitten om de tafel in het grote kantoor van faers om het verslag door te nemen en alle papieren te bekijken.  

Het is ongebruikelijk voor mensen om persoonlijke spullen mee te nemen naar het werk en die uit te stallen op de werkplek. Er staan geen fotolijstjes van familieleden op de bureaus noch prullaria met enige vorm van sentimentele waarde. Aan de muren hangen voornamelijk goedkope massa-geproduceerde werken van nietszeggende fotografen of door A.I. gecreëerde afbeeldingen die niet tot de verbeelding spreken. Het kantoor van Len is in dit opzicht niet anders dan andere. Alleen een bos geurige bloemen, geschonken door een tevreden ouder, geeft kleur aan de ruimte. 

Len zelf zit in een lange, strakke antracietkleurige jurk met daaroverheen een zwart colbertje. Het geeft faer een statige uitstraling. “Ik begrijp uit het verslag, Vesper, dat alles in principe op orde is. Natuurlijk zijn er de gebruikelijke kenmerken van rouwverwerking, maar ik zie dat de leerlingen aansluiting hebben gevonden bij de groep en dat ze hun aardig hebben kunnen aanpassen aan hun huidige situatie. Dat stemt mij positief. Ik wil toch nog even voor de zekerheid nagaan of er echt geen grote zorgen zijn. Ben je honderd procent zeker van je bevindingen?” 

Vesper is uiterst zeker van nirs zaak en wil dit graag benadrukken bij Len, alhoewel er wel de kleine zorgen zijn. “Grote zorgen, nee. Natuurlijk zijn de gebeurtenissen allemaal vrij recent en worden sommige problemen soms pas in een later stadium duidelijk. Het is daarom zaak om deze kinderen duidelijk te maken dat wij er als team voor ze zijn en dat er altijd iemand klaarstaat voor ze waar ze bij terecht kunnen. Dat kan ik komende week in een één op één gesprek wel duidelijk maken. Ze zijn, vanuit hun vorige school, zeker en vast bekend met hoe schoolpsychologen werken, dus ik mag aannemen dat het hier in die zin vertrouwd voor ze zal voelen.” 

Len knikt bevestigend, maar gaat er toch nog even op door, want dit soort gevallen moet uiterst secuur mee worden omgegaan. Een fout kan desastreuze gevolgen hebben voor hen, maar soms ook voor de dynamiek in de groep. “Hoe groot acht je de kans dat we op termijn wellicht de hulp van de staatspsychologen moeten inroepen? De ouders zijn op een vrij abrupte manier om het leven gekomen. Het is vaker voorgekomen in het verleden dat jongeren compleet doorslaan uit onvrede, onmacht en verdriet.” 

“Ik begrijp je punt, Len, maar ik acht die kans zeer klein. Ze tonen hun flexibel en zijn uitermate sociaal. Veelal zie je bij het soort gevallen waar je over spreekt dat het al in de kiem niet goed zit. Eigenlijk al voorafgaand aan zo’n noodlottig ongeval zijn er indicaties van bepaalde problematiek. Als je kijkt naar de overdrachtspapieren van hun vorige school”, Vesper draait ze in de richting van Len en tikt met nir wijsvinger demonstratief op de desbetreffende alinea, “dan zie je dat deze twee volledig mentaal gezond zijn. Dit zijn altijd twee voorbeeldige jongeren geweest.” 

“Misschien iets ‘te’ voorbeeldig, Vesper?” vraagt Len wat insinuerend. 

“Er is wat betreft voorbeeldig in mijn optiek nooit een ‘te’. Dit soort kinderen zou als voorbeeld moeten worden gesteld voor anderen. Ik stel voor dat ze volgende week opgeroepen worden voor een persoonlijk consult en dan zul je zien dat alles echt dik op orde is. Het is nog wel de vraag vanuit de instanties of ze tot het eind van hun schoolcarrière hier bij hun tooms kunnen blijven, maar dat ligt allemaal buiten onze macht en daar zullen we op moeten acteren als de tijd daar is.” De directeur lijkt daarmee te zijn overtuigd. Fae zet op alle papieren faers stempel en handtekening en zo is het hele zaakje rond en zijn Royce en Maan volledig geaccepteerde leerlingen van hun nieuwe school.  

Leave a comment

Latest Articles