Gender Deel 4
Hoofdstuk 4: Afgevaardigden
Op werkbezoek bij de gemeenschap van Josefien en Clara bespreekt Nour wat er in de pamfletten moet komen te staan. Hun volledige namen zijn Josefien en Clara de Waard en ze zijn uiteraard tweelingbrussen die samen het leiderschap op hun hebben genomen over deze communie bestaande uit negen stellen en hun kinderen. Naast de verborgen gehouden drukpersen houden ze hunzelf gewoon bezig met het bewerken van het land, het fokken van schapen en het melken van koeien. Ze leveren af en toe het een en ander aan de Substraten en zijn immer behulpzaam.
Ze zien er lichamelijk niet geheel eender uit, maar kleden hun wel eender. Een lange, wijde rok met een kleurige blouse en ouderwetse houten schoenen waarvan men in de ‘normale’ wereld het bestaan niet kent. In het verleden zouden deze brussen mollig zijn genoemd of volslank. Ze dragen geen make-up, maar hebben natuurlijke blosjes op de wangen.
Josefien en Clara realiseren hun dat deze informatie niet verspreid mag worden voordat de Brievelingen alle post bezorgd hebben. Vertrouwelijkheid staat bij hen hoog in het vaandel. Ze vellen dan ook nog geen oordeel over de inhoud, maar houden hun louter bezig met het drukwerk en het vullen van de enveloppen. Terwijl de persen draaien, wacht Nour geduldig met een kopje biologische rooibos thee in een algemene ruimte alleen met xir gedachtes.
Het is een gewaagde actie die zomaar eens zou kunnen slagen. Het Orgaan denkt dit soort plannen vast uit tot in de puntjes en zouden nooit ad hoc beslissingen nemen. Het zijn voornamelijk gedachtes om xirzelf moed in te praten. Xhe zal niet aanwezig zijn in de studio van NOOSE en als er iets mis zal gaan, dan blijven xhe en xir partner hoogstwaarschijnlijk buiten schot, hoopt xhe. Toch overdenkt xhe de mogelijkheden om te verdwijnen als de uitwerpselen de ventilator raken.
Terwijl xhe mijmert in een luie, doorgezakte stoel, zakt xhe langzaam weg in een dutje en het gesnurk komt bijna boven het enorme lawaai van de drukpersen uit. “Ze zijn klaar.” Zijn de woorden die xer bruut uit xir gedachtes en droom trekken. Het kopje rooibos thee staat onaangeraakt en koud geworden op de tafel voor xer. Biologische rooibos thee is sowieso meer iets dat geitewollensokken leerkrachten drinken, maar er was even niks anders. “Ah, mooi,” is xir korte respons, het slaap uit xir ogen wrijvend.
“Alles zit netjes in de enveloppen. Jullie zullen zelf de namen erop moeten zetten. Je doet het natuurlijk vaker, dus je snapt dat het handig is om de achternamen erop te noteren. Dat stemt de gemeenschapslieden vaak gelukkig”, stelt Josefien voor.
“Ja, natuurlijk. Daar houden we altijd rekening mee. We hebben alle namenlijsten keurig op orde. Dat gaat helemaal goed komen”, drukt Nour hen op het hart. “Het zal binnen nu en een week bezorgd worden. Over drie weken is de bijeenkomst al. Er is haast bij, maar ik heb er fiducie in dat alles op tijd zal zijn.”
“Je snapt dat wij er al één hebben”, zegt Clara met een vriendelijke glimlach op hun gezicht.
“Mijn vermoeden is dat jullie er meer dan één hebben. In het geval er iets misgaat, dan ben ik er zeker van dat jullie ervoor zorgen dat de brieven alsnog aankomen”, is de verwachting die Nour uitspreekt en natuurlijk zal dat zo zijn. Maar er zal niks misgaan en de post zal op tijd aankomen bij de communies door de hulp van de Brievelingen.
—
Aren heeft ger Brievelingen in rap tempo voorzien van vijf pamfletten per persoon in een rode verzegelde enveloppe. Eén van deze brieven zal de Brieveling in eigen persoon bezorgen, de andere vier worden doorgegeven aan andere Brievelingen elders in het land. Zij zullen dan op hun beurt weer hetzelfde doen. Op de terugweg zal het omgekeerde gebeuren, waardoor elke Brieveling weer met vijf enveloppen zal wederkeren bij Aren. Nour en Jule bekijken dan de antwoorden en Aren bezorgt de resultaten bij Cameron en zo zal het nieuws terecht komen bij Het Orgaan.
Binnen nog geen week zijn alle brieven op de plaats van bestemming. Op elke communie wordt een spoedberaad beslecht en er wordt door gans het land druk vergaderd en gestemd. Niet elke gemeenschap staat achter het idee en zal dan ook geen afgevaardigde sturen. Al hopen ze wel dat de actie succesvol zal zijn en dat er geen slachtoffers zullen vallen. Een enkele communie die wel instemt stuurt geen afgevaardigde, niet omdat ze niet achter het idee staan, maar omdat ze menen dat de tocht naar de bijeenkomst of de bijeenkomst zelf te gevaarlijk wordt geacht. Het is niet gebruikelijk voor agrariërs om de wereld der ‘normalen’ in te trekken. Ze steken af als een dikke, witte puist op de neus van een volledig glad gelaat.
De stemmen tonen duidelijk aan dat een overgrote meerderheid voor het plan is, maar dat veel gemeentes niemand durven te sturen. Het Orgaan is desondanks toch tevreden met de getallen. Al met al zitten er zo’n vijfentwintig afgevaardigden in de grote zaal in het afgelegen hotel van socius Quirinn. De is zelf ook uitgenodigd om de vergadering bij te wonen maar de heeft ervoor gepast met het excuus dat er nog genoeg te doen is in dis hotel. Quirinn lijkt niet erg op dis gemak. Wat wil je met zoveel illegalen bijeen in een ruimte in het hotel waar je zelf de eigenaar van bent.
Cameron opent de zitting vanachter een bureau op een verhoging vooraan in de zaal die doet denken aan goedkope trouwlocatie waar men na afloop op foute muziek danst alsof de morgen niet zal komen. Het doet kie goed om toch nog een aardig grote menigte van afgevaardigden te zien. Dit betekent dat er al snel zo’n vijfhonderd personen vertegenwoordigd zijn hier vanavond en dat geeft de burger moed. Met een tik van de hamer is de vergadering officieel geopend en neemt Cameron het woord.
“Broeders en zusters,” want zo willen de gemeenschappen graag aangesproken worden, “fijn dat jullie er zijn. We snappen dat het een lastige beslissing moet zijn geweest, maar het doet me oprecht deugd dat er zovelen van jullie hier zitten als vertegenwoordigers van jullie leden. In het pamflet dat bezorgd is heeft eenieder van jullie kort een beschrijving kunnen lezen van onze plannen. We horen graag de reacties. Eén voor één graag. Alsjeblieft, sta op en zeg je naam vooraf als je spreekt, zodat ik weet met wie ik het genoegen heb en je aan kan kijken. We bevinden ons hier in een veilige ruimte en ik ga er vanuit dat socius Quirinn de boel buiten in de gaten houdt, dus voel je vrij om vrijuit te spreken.”
Al gelijk staat de eerste persoon op om te spreken. “Sjoerd Pietersen hier, hoi. Mijn leden staan uiteraard achter het plan, maar vragen ons wel af in hoeverre dit meer schade zal aanrichten dan dat het iets zal opleveren.” Na de vraag gaat Sjoerd weer gelijk zitten in de witte stoel met hoge rugleuning en kitscherige bekleding.
“Als er schade zal zijn, broeder Sjoerd, dan zal De Substraat waarschijnlijk de grootste klappen vangen. Realiseer je goed dat wij degenen zijn die onze levens op het spel zetten door daar naar binnen te dringen en de boel over te nemen. Ik denk dat de communies niet veel te vrezen zullen hebben. Wij doen ons uiterste best bij deze actie jullie buiten schot te houden. Natuurlijk behartigen we jullie belangen en spreken we uit naam van jullie, maar geen van jullie zal aanwezig zijn. Hoogstwaarschijnlijk zal De Staat hun handen vol hebben aan opsporen van Substraten. Als er iets misgaat, dan zullen wij ook de verantwoordelijkheid opeisen”, legt Cameron uit.
Sjoerd wordt opgevolgd door Mina. Alhoewel de geschiedenis erachter verloren is gegaan met de tijd, noemt men hun op de communie altijd ‘De Dolle’. “Mina de Bruin hier, goedenavond allen. Mijn vraag is: is het land, nee, is de wereld hier klaar voor?”
Er ontstaat wat opschudding, maar Cameron zorgt met een ferme tik van de hamer op de lessenaar voor aandacht. “Nee, het land noch de wereld is hier klaar voor. Aan de andere kant, De Staat is er ook niet klaar voor. Het zal een enorme verrassing zijn en voor een hoop consternatie zorgen. Helaas is er nog geen vervolgactie klaar. Die hangt volledig af van de reactie van het volk en van de machthebbenden.” Mina knikt begripvol en zet hun weer neer op hun stoel om ruimte te maken voor de volgende die is gaan staan.
“Diederik Jörgens. Wij hebben ons altijd wat afzijdig gehouden, maar zien in dat het gaat om een groter en algemener belang. In dat opzicht dragen we graag een steentje bij. Ik hoor je zeggen dat jullie de reactie afwachten. Wat is de verwachte reactie?”
“Dat is een goede vraag, broeder Jörgens. Alles is mogelijk, maar je snapt dat dit kortsluiting zal veroorzaken in menig hoofd van de ‘normale’ burger. Er zullen niet genoeg staatspsychologen zijn om dit adequaat op te pakken. Wat er precies gaat gebeuren is onmogelijk te voorspellen en we zijn ons er terdege van bewust dat een kat in het nauw rare sprongen maakt.” Er volgt een moment van bedachtzaamheid voordat kie kir verhaal vervolgt. “We denken niet dat De Staat een plan klaar heeft liggen voor dit soort situaties en dat ze erg ad hoc beslissingen zullen maken. Dat gaat meestal gepaard met grove fouten en we hopen dat we daar gebruik van kunnen gaan maken.”
“Wat verwachten jullie dat wij, de leden van de communies doen op de dag des oordeels?” klinkt het uit de zaal, maar er stond niemand. “Oh, mea culpa, mijn naam is Willem van Broeren.” Hen staat kort op en gaat weer zitten. Hen is toch wat schichtig en voorzichtig.
“Waar jullie zin in hebben, broeder Willem”, luidt het korte en bondige antwoord van Cameron. “Jullie hebben, als het goed is, allemaal een TV die de programma’s van de staat uitzenden. Mijn advies zou zijn om te kijken, opdat jullie weten hoe het ons vergaat.”
“Ik ben Dina Bonte. Mijn broer verontschuldigt zich voor zijn afwezigheid; hij achtte de reis te gevaarlijk, maar heeft te kennen gegeven dat zijn communie volledig achter het plan staat en ik betuig namens hen allen hun steun. Op zich zijn de eisen prima, alhoewel ze vrij hoog zijn, zijn het absoluut zaken waar we ons in kunnen vinden. Stel dat er onderhandelingen komen met mensen aan de top, wie zal ons vertegenwoordigen? Wordt er verwacht dat we zelf aansluiten aan de onderhandeltafel?”
“Eerlijkheidshalve denken we niet dat de onderhandelingen geopend zullen worden. We houden wel rekening met dat scenario en Het Orgaan zelf is bereid om op dat moment een van hen te sturen. Ik denk dat dat toch aangeeft hoe belangrijk wij deze zaak achten.”
Dit antwoord maakt de tongen los van de aanwezigen. Niemand weet wie er in Het Orgaan zitten en als iemand daaruit in het voetlicht zal treden, dan moet het wel snor zitten. Cameron geeft de groep de tijd om dit onder elkaar te bespreken, dan volgt er weer een klap op de tafel en neemt kie het woord. “Zijn er nog vragen of opmerkingen?” Het blijft stil en er staat niemand op in de zaal. “Dan stel ik voor dat wij nog een laatste maal stemmen. Jullie zijn de afgevaardigden van vele communies en zullen spreken namens het hele land. Iedereen heeft twee stukken papier gekregen. Een groene met daarop een ‘ja’ en een rode met een ‘nee’. Blanco stemmen is er vandaag niet bij. Deponeer het papier van je keus in de doos hieronder voor het podium.”
Als de stemmen zijn geteld en er unaniem besloten blijkt te zijn dat het plan doorgang moet vinden, zit Quirinn in dis kantoor aan de telefoon. “De communies zullen worden gespaard? Mooi. Ja. Ja. Ze heet Cameron. Precies. Ja, alles op orde gebracht. Geen dank.”






Leave a comment