Gender Deel 3
De les is afgelopen en het lokaal loopt leeg. Zes schoolgenoten banen hun weg naar het schoolplein waar ze de afgelopen weken veelal samen de pauzes hebben doorgebracht. Na schooltijd bleven deze kinderen vaak nog even achter om met elkaar te hangen zoals jongeren dat doen. Dat hield voornamelijk in dat ze gezamenlijk naar hun mobieltjes zaten te staren en er veelal geen woord gewisseld werd. Als je het stel ziet lopen naast elkaar, dan valt gelijk op dat Royce en Maan wat groter zijn. Zij steken sowieso een beetje boven de gemiddelde leerling uit en niet alleen die van hun eigen leeftijd.
De brussen dachten het vertrouwen ondertussen wel gewonnen te hebben van Senna, Bodhi, Lou en Micha. Vandaag leek het voor hen het moment bij uitstek om hun schoolgenoten te informeren over hun herkomst en reden van aanwezigheid in een voor hen onbekende wereld op een vreemde school. Aanleiding hiertoe was een vraag van Bodhi, bij wie het hart meestal op de tong ligt.
“Eigenlijk weten we niet zo veel van jullie en wat er precies gebeurd is dat ertoe heeft geleid dat jullie naar onze school zijn gekomen. Etiquette schrijft ons voor dat we daar niet naar vragen en als we dat wel doen, dat we dat uiterst voorzichtig en zo neutraal mogelijk doen. Ik ben toch wel zeer benieuwd naar jullie achtergrond en ik denk dat er meer zijn hier die daarin geïnteresseerd zijn.”
Royce en Maan kijken naar elkaar en zien aan elkaars blikken dat ze er hetzelfde over denken. Non-verbaal wordt er kenbaar gemaakt dat Royce het woord moet nemen. “Senna, Bodhi, Lou, Micha,” begint sie na een diepe inademing, “mijn brus en ik hebben sterk de indruk dat we jullie kunnen vertrouwen. Kunnen jullie dit vertrouwen bevestigen?”
De vier vrienden twijfelen niet en geven gezamenlijk vol overtuiging aan dat ze vertrouwd kunnen worden. “Natuurlijk kun je ons vertrouwen, Royce, maar het klinkt wel alsof er iets heel spannends gaat komen.” Geeft Lou aan. “Is het iets waardoor we in de problemen kunnen komen?”
Een glimp van angst verschijnt in de pupillen van Royce, maar Maan maant sie om door te pakken. “Ja, ik vrees van wel, Lou. Als je liever niet iets op het spel wil zetten, dan raad ik aan om of hier helemaal te stoppen met deze conversatie of om zelf even weg te gaan. Onze geschiedenis is ongeloofwaardig, maar waar. Het is onconventioneel, onbekend en niet geaccepteerd door de huidige maatschappij. Dus als je het niet wil weten of horen, dan stopt het hier.”
De spanning is om te snijden in de hoek van de speelplaats waar een hinkelspelletje op de stoep is getekend en twee houten zitbanken staan waar de rugleuningen vanaf zijn gesloopt. Ver bij andere leerlingen vandaan, zitten vier jongeren op het puntje van de banken als Royce staand voor de groep het verhaal begint.
“Jullie weten misschien wel van de zwarte vlekken op de landkaarten.” Er worden korte knikjes gegeven na deze eerste zin. “In tegenstelling tot alle wilde verhalen die er de ronde doen over wat er zich daar afspeelt, zijn het niets meer en niets minder dan leefgemeenschappen van gewone mensen waarvan De Staat liever niet heeft dat ze hun mengen in de maatschappij.” Maan laat, na deze korte introductie van thon’s brus, op thon’s telefoon een aantal van deze vlekken zien en blijft hangen op de plek van hun eigen communie. “Die zwarte vlek die je daar ziet is onze woonplaats.”
“Nee joh!” is de primaire reactie van Micha. “Dat zijn staatsgebouwen waar experimenten plaatsvinden met dieren om ze in te kunnen zetten in oorlogsgebieden.”
“Ik dacht altijd dat De Staat daar zat om controle uit te oefenen op de maatschappij. Kijk naar hoe strategisch gelegen de gebieden zijn”, zegt Bodhi vol ongeloof. “Hoe kunnen daar mensen wonen? Die plekken zijn toch ook volledig onbereikbaar. Er komen en gaan toch alleen mensen in helikopters?”
“Precies!” Zegt Maan net iets te hard en ziet dat een aantal kinderen hun kant op kijkt. Royce werpt thon een wat beschuldigende blik toe, maar snapt het enthousiasme ook wel.
“Die plekken zijn onbereikbaar. Dat is aan de ene kant om ons erin te houden en aan de andere kant om anderen weg te houden. Meestal wonen er zo’n twintig tot vijfentwintig mensen op zo’n dorp en zijn ze grotendeels zelfvoorzienend. Het land eromheen wordt bewerkt en daar komt het eten vandaan. Kleding maken we veelal zelf of stamt nog uit de tijd van het grote vertrek. Alles waar we niet zelf in kunnen voorzien, wordt verstrekt door De Staat. Die komen inderdaad over het algemeen in helikopters naar ons toe, omdat staatsmedewerkers niet graag hun schoenen vies willen maken in de blubber waar ze anders doorheen moeten banjeren.”
Maan voelt hier dat het thon’s moment is om aan te haken bij hir verhaal. “Er zijn zeer zwaarwegende redenen dat onze communies verborgen worden gehouden.” Volledig onverwacht en vanuit een blinde hoek stappen Noé en Quinn in beeld en ze gedragen hun, zoals immer, wat als horken. “Zo, zitten de buitenbeentjes weer te smoezen,” zegt Noé met een irritant hoge stem. “Hebben onze twee nieuwelingen grote, duistere geheimen?” vraagt Quinn hardop fluisterend en met eir hand naast de mond aan Micha alsof ze altijd goed door een deur hebben gekund.
“Rot op Quinn”, foetert Senna en Bodhi valt per bij: “Ja, Quinn en Noé, volgens mij is jullie aanwezigheid hier niet gewenst en is dit een private conversatie. Dus wellicht kunnen jullie jezelf schaars maken.” De boodschap lijkt over te zijn gekomen. “Kom, Noé, snel wegwezen voordat ze nog meer dure woorden onze richting op gaan gooien en we hun niet meer kunnen begrijpen.” Alhoewel het spottend bedoeld was naar de groep toe, zet ey emzelf hiermee ernstig voor schut en dat gaat niet onopgemerkt, dus er wordt wat gegrinnikt.
Als Quinn en Noé uit het zicht zijn verdwenen, vervolgt Maan thon’s monoloog. “Op deze communies leeft nog steeds het binaire gedachtegoed. Ons taalgebruik is niet genderneutraal en volledig binair wat niet als inclusief wordt beschouwd. Iets wat ondenkbaar is in wat wij ‘de buitenwereld’ noemen waarin ‘de normalen’ zoals jullie leven.”
De vier toehoorders kunnen hun oren niet geloven. Ze hebben ontzettend veel vragen, maar kunnen niks anders dan een beetje stamelen en de twee brussen aangapen. Royce pakt het weer verder op. “Dit is mijn zus, Bertha en ik ben haar broer Gerard. We hebben een vader en een moeder in de gemeenschap. Dit zijn woorden die jullie misschien wel of niet kennen, maar sowieso nooit mogen gebruiken, omdat ze niet inclusief en niet genderneutraal zijn. Maar bij ons zijn het de normaalste woorden van de wereld en hoor je ze dagelijks.”
Om het verhaal te ondersteunen toont Maan enkele foto’s van de gemeenschap. Er is duidelijk te zien dat deze mensen niet zijn zoals de volwassenen in de wereld zoals deze bekend is onder de scholieren. Kleurige, ouderwetse en genderspecifieke kledij en een keur aan kapsels met natuurlijke haarkleuren. Er wordt druk gestaard en gescrold door de foto’s die een goed beeld geven van het leven binnen de gemeenschap.
Lou is de eerste die zeerzelf bij elkaar heeft geraapt en komt met de eerste verbale reactie hierop. “Dit is absurd. Het is ongelooflijk. Het is ongehoord. Het is absoluut niet toegestaan.”
“Technisch gezien, broeder Lou,” en Maan vervalt hier in thon’s gebruikelijke manier van spreken op de communie, “is er in de wet een hoop niet vastgelegd waarvan men wel denkt dat het zo is en gebeurt er een hoop waarvan ‘de buitenwereld’ absoluut geen weet heeft of mag hebben.”
“Maar wat komen jullie hier dan doen?” Het komt er iets aanvallender uit dan dat Bodhi het had bedoeld.
Royce blijft vriendelijk in hir beantwoording van deze terechte vraag: “Wij zijn gestuurd door onze gemeenschap om het woord te verspreiden dat wij bestaan. Om de mensen in ‘de buitenwereld’ te vergewissen van onze aanwezigheid. Vooralsnog is het doel dat we erkent worden in ons bestaan en dat de zwarte vlekken verdwijnen op de kaarten. Hopelijk kunnen we ooit, in een verre toekomst, weer een onderdeel worden van de maatschappij.”
“En daar hebben we jullie hulp bij nodig”, voegt Maan toe.
Met de toevoeging van Maan wordt een gevoelige snaar geraakt bij de vier scholieren. Hiermee geeft thon aan dat zij belangrijk zijn, maar ook dat het lot van niet alleen deze twee kinderen, maar van een hoop andere mensen in hun jonge kinderhanden ligt. Senna, Bodhi, Lou en Micha kunnen hun nieuwverworven relaties aangeven bij de autoriteiten of ze kunnen hen helpen bij het volbrengen van hun missie.
“Maar waar worden die experimenten met dieren dan gedaan?” Komt er uit de mond van Micha bij wie de ernst van de situatie niet volledig lijkt te landen.
“Om heel eerlijk te zijn, zuster Micha,” zegt Maan wederom in de voor thon natuurlijke manier van spreken, “dat is een broodje aap verhaal, waarschijnlijk door De Staat zelf de wereld in geholpen om de werkelijke reden achter de zwarte vlekken te verdoezelen.”
“Als jullie ons niet willen helpen, dan hebben we daar begrip voor en kunnen we onszelf na vandaag volledig uit jullie wereld terugtrekken. Dan verdwijnen we gewoon weer helemaal uit jullie levens en keren we, helaas onverrichter zaken, terug naar onze gemeenschap waar we op zoek zullen gaan naar andere manieren om de gewenste veranderingen teweeg te brengen. Uiteraard hebben we liever wel jullie hulp.”
“Natuurlijk helpen we jullie”, zegt Bodhi vastberaden en voegt daar een wat onzekere “toch?” aan toe.
“Het ziet ernaar uit”, zegt Lou, “dat onze … hoe zeg je dat Maan? Broeders en zusters? Ons nodig hebben. Wat moeten we doen?”
Maan en Royce vertellen hoe het de bedoeling is dat kennis over deze gemeenschappen zich als een olievlek moet verspreiden. Deze verspreiding is begonnen op het moment dat de vier medeleerlingen zijn ingelicht. Nu is het zaak dat zij op hun beurt mensen zoeken die in vertrouwen kunnen worden genomen en zij doen op hun beurt dan weer hetzelfde. Het hoeft niet snel, want er is geen deadline. Het is vooral zaak dat het vooralsnog alleen wordt verteld aan personen die op zeker te vertrouwen zijn en bereid zijn mee te werken aan het volbrengen van deze missie. Als de bel gaat voor de volgende les, dan is nog niet alles in detail besproken, maar de kern van het verhaal is duidelijk en de komende tijd zal eenieder hun best doen om voorzichtig dit verhaal rond te laten gaan.






Leave a comment