Gender Deel 6
“Ik snap het, Skule, maar wat wil je dat ik zeg?”
“Geef ons dan in ieder geval meer informatie. Waar zitten jullie?”
“Je weet dat ik dat niet kan zeggen. Dat is veel te riskant. En jullie man bij vergaderingen betrekken lijkt me gewoon niet zo’n goed plan.”
“Nozomi en ik staan achter je, dat weet je, maar Shiloh houdt er andere ideeën op na. Is wil dat het zo geschiedt. Zorg dat onze persoon een plek aan de tafel krijgt van ‘De Zeven’.”
“We heten geen ‘De Zeven’ meer. Het is nu ‘Het Orgaan’, heeft jouw informant dat niet doorgegeven?”
Er valt een stilte aan de andere kant van de lijn. Skule bedenkt wat h3 hierop moet antwoorden. “Natuurlijk wel. We zijn hier nog niet gewend aan die naam. Jullie gaan van de ene verschrikkelijke benaming naar de andere.” In h1z achterhoofd speelt de gedachte dat Mint stiekem informatie aan het achterhouden is. H3 wil dat echter niet laten blijken op dit moment. Dat komt later tijdens het maandelijkse gesprek met Mint wel. Die kan een pittige conversatie tegemoet zien.
“Luister, Skule, het beste wat ik nu voor je kan doen … nuts, … moment … .”
Een doffe klap aan de andere kant van de lijn en Skule hoort een andere stem tegen h1m spreken.
“Ik weet niet precies wie je bent, Skule, maar je kunt er zeker van zijn dat dit het laatste gesprek was.” En zo wordt de verbinding verbroken.
Skule draait h1m53lf met een uiterst bezorgde blik in h1z ogen om naar Nozomi die achter h1m staat. “Verdraaid, volgens mij zijn we yis kwijt.”
Nozomi, die geen idee heeft wat er is gebeurd, trekt n15 strakke wenkbrauwen hoog op om aan te geven dat n3 er niks van begrijpt. In de verhoorkamer waar Mint maandelijks komt om verslag uit te brengen, gooit Skule met een grove vloek h1z mobieltje stuk op het tafelblad waar het koffiezetapparaat op staat te pruttelen. “Die zijn we kwijt, Nozomi!” briest Skule.
“Zo’n vaart zal het toch niet lopen,” probeert Nozomi relativerend in te brengen, maar het mag niet baten. Met grof geweld wordt de deur opengetrokken en stormt Skule naarbuiten. H3 gooit met dezelfde kracht de deur achter H1m53lf uit de scharnieren. Ziedend stormt h3 in de richting van de kamer van Shiloh die drie deuren verderop zeker en vast onderuitgezakt met iir benen op het bureau ontspannen een krantje zit te lezen.
—
Jurswailly wordt vastgebonden op een stoel wakker in een onbekende en kale kamer van de mijn. De andere zes leden van Het Orgaan staan voor yim met boze blikken, gefronste wenkbrauwen en een zeer vijandige houding. Er wordt een pistool op yis hoofd gericht. Waar deze vandaan is gekomen, is onduidelijk, maar het was natuurlijk niet ondenkelijk dat er ergens een wapen of twee had moeten liggen. Duizelig, verdwaasd en met een enorme koppijn wordt hyt wakker.
Anaruz werpt een mobiele telefoon op de grond voor yim. “Wat heeft dat te betekenen?”
Zwijgend kijkt Jurswailly naar de telefoon en dan naar de zes personen in de ruimte verlicht door twee stevige bouwlampen elk in een andere hoek op de grond gestationeerd.
“Ben je nu ineens je tong verloren? Zojuist sprak je nog honderduit over van alles, Jurswailly. Of is dat niet je echte naam?” Maeylon is beheerst en rustig van buiten.
“Ja,” is het enige dat hyt kan uitbrengen.
“Ja wat? Ja, het is niet je echte naam? Spreek op man!” schreeuwt Zale yim voorovergebogen en spugend toe.
“Dit is een lastig parket waar we nu inzitten. Wat heb je allemaal verteld?” Maeylon is op hun zachts gezegd niet blij met deze situatie, maar wil anuzelf niet te veel opwinden en meent dat het pistool in anu’s hand al intimiderend genoeg zou moeten zijn.
“Wat weten ze van ons, Jurswailly?” vraagt Naftali.
“Niets. Ze weten helemaal niets”, sputtert hyt.
“Dat vind ik lastig om te geloven.” Maeylon richt de loop van anu’s glimmende wapen op yis knieschijf. “Ben je erg gehecht aan deze knie?” An kijkt van de knie naar de ogen van Jurswailly waar de angst uit af te lezen is. Zweetdruppels glijden over yis voorhoofd langs de ogen naar beneden.
“Ik zweer het. Ze weten niks.” De angst heeft yim in yis grip. Een knal die door de hele mijn heen echoot als een eenzame schreeuw in een verlaten zwembad. De kogel boort zich door de knie heen onder luid gekrijs van Jurswailly. Bloed druipt uit de knieschijf van Jurswailly en tranen van pijn schieten in yis ogen.
“Misschien frist dit je geheugen wat op”, zegt Maeylon met een sadistische blik na het overhalen van de trekker. “Wat weten ze? En ik vraag het niet nog eens.”
“Alleen dat we een radiostation hebben. Dat is alles,” komt er snikkend en snotterend uit. “Ik zweer het. Ze weten nog niet eens van de naamsverandering.”
“Weten ze waar we zitten?” vraagt Zale.
“Nee! Ik heb ze niks verteld. Ze tasten volledig in het duister. Spaar me. Ik sta aan jullie kant.”
“Jullie kant?” vraagt Oekie die naar yim toegelopen is en met een hand yis haar stevig beetpakt om het hoofd naar achter te trekken. Op nog geen centimeter afstand van yis gezicht staart ue yim diep in de ogen. “Sinds wanneer is het ‘jullie’ en geen ‘onze’, Jurswailly?”
“Onze kant. Ik bedoel onze kant, natuurlijk.” Oekie gooit yis hoofd naar voren en laat het haar los. Onder yis been vormt zich ondertussen een plas bloed. “Het klinkt niet heel overtuigend, Jurswailly. En wie is die andere infiltrant in ons midden?”
Een schok gaat door Jurswailly heen. Hyt wil het leven van Mint niet op het spel zetten en daarmee deze missie helemaal ten gronde richten. Zweet druipt langs yis ruggengraat, terwijl hyt nadenkt over het antwoord. Er wordt even getwijfeld, maar als het pistool op yis andere knieschijf wordt gericht gooit hyt “Makaio” eruit “Makaio is het. Hem moet je hebben, niet mij. Makaio is het grote brein achter deze operatie.”
De galm van het tweede schot vult de mijn en Jurswailly hangt voorovergebogen op de stoel. Een kogel heeft zich genesteld in yis hersenen en dat was het eind van yis leven.
“Het ziet ernaar uit dat we nog maar met zijn zessen zijn, broeders en zussen. Een fataal ongeluk heeft helaas een einde gemaakt aan het leven van onze kameraad. Wat gaan we met Makaio doen?” vraagt Maeylon aan de overgebleven leden van Het Orgaan.
“Denk je dat Mint wel te vertrouwen is, Maeylon?” vraagt Oekie.
“Op dit moment, zuster, kunnen we elkaar klaarblijkelijk niet eens vertrouwen. Maar eerst dit eens afhandelen en dan bekijken wat we met ons aller Mint aan moeten.”
“Het lijkt mij, broeder, dat er niks anders op zit dan ook af te rekenen met Makaio. Wat doen we met haar?” Zale wijst naar het vastgebonden levenloze lichaam van Jurswailly.
“Daar heb ik wel een idee over.” De sadistische blik verschijnt weer in anu’s ogen. “Zorg dat Mint hier over een uur is, dan ruimen we dit allemaal even op. Vrees niet, broeders en zusters, we zullen vast niet gevonden worden. Laten we ons wel even gedeisd houden deze eerste week.”
Twee uur later rijdt Mint met het lijk van Jurswailly in de kofferbak over de snelweg. Mint is van mening dat hyt dit niet had verdiend en baalt van ki acties. Had ko anders gehandeld bij de laatste maandelijkse ondervraging, dan was Jurswailly nu hoogstwaarschijnlijk nog in leven. Tegelijkertijd voelt ko dat kos eigen leven in gevaar is. Zou Jurswailly gepraat hebben? Het is een beangstigende gedachte. Tijdens de rit overdenkt Mint de mogelijke toekomst. De missie is in gevaar en ko heeft van Het Orgaan moeten vernemen dat de infiltrant was ontdekt. Skule en Nozomi hebben niet de moeite genomen om ik te informeren hierover. Waarom ben ik niet op de hoogte gebracht? Willen ze mij ook dood hebben? Niet alleen is ko boos op koizelf, maar ook op de mensen die ko in deze positie hebben gezet. Kos gedachtes slaan op hol en ko zet de auto stil langs de weg om na te denken.
—
“Er is zojuist een pakketje voor jullie bezorgd”, stottert Suengy door de telefoon heen.
“Wat weerhoud je er precies van om het naar beneden te sturen?” Nozomi was net bezig met het wissen van alle bestanden die het bestaan van Jurswailly en Mint zouden kunnen aantonen. Shiloh heeft Skule er flink van langs gegeven toen deze iir kantoor in kwam stormen. Op de één of andere manier heeft Shiloh de schuld in hun schoenen kunnen schuiven en ze zijn nu druk in de weer om elke aanwijzing die naar hun afdeling kan leiden weg te moffelen.
In het hoge gebouw waar boven de grond alleen maar kantoren zitten en iedereen nietsvermoedend langsloopt is een façade voor de duistere en geheime afdelingen die zich in de zes verdiepingen daaronder afspelen. Het is een tak van De Staat die het vuile werk opknapt en zich bezighoudt met het opsporen van opstandelingen.
“Misschien is dit iets wat je zelf even wil bekijken bij de balie.”
“Het is niet dat ik niks te doen heb, Suengy. Het kan maar beter belangrijk zijn, anders ben jij de volgende die we naar Het Orgaan sturen”, bijt n3 vome toe.
“Als dit niet belangrijk genoeg is voor jullie, dan eet ik mijn schoen op.”
“Ik zal peper en zout meenemen naar boven.” N3 hangt op en loopt naar het kantoor van Skule waar h3 alle papieren dossiers door de papierversnipperaar heeft gehaald. Skule stapt net naar buiten met een rood hoofd en een volle bak aan snippers onder h1z oksel. “Pakketje voor ons bij de balie.” Met n15 duim wijs n3 naar boven.
“Goeie timing. Is het belangrijk?” H3 knikt met h1z hoofd naar de mappen onder h1z arm.
“Leg die nog maar even terug. Of het is belangrijk of iemand gaat hun verslikken in een stuk rubberen zool.”
De bak wordt nonchalant met een doffe plof in het kantoor op de grond geworpen en twee minuten later staan Suengy, Nozomi en Skule over een zwarte zak gebogen waar overduidelijk een lijk in zit. Een papiertje met rode vlekken erop en de namen van Skule en Nozomi zit vast getapet op de plek waar het hoofd lijkt te zitten. Het smerige blad wordt er tussen duim en wijsvinger af getrokken door Nozomi die het weer doorgeeft aan Skule. H3 vouwt het voorzichtig open al plakt het her en der een beetje aan elkaar vast. Skule staart naar de tekst en realiseert h1m53lf wat dit betekent.
“Wat staat erop?” vraagt Nozomi ongeduldig.
“Heb je de bestanden van Mint al gewist?”
“Daar was ik net mee klaar. Ik ging ervan uit dat we Mint als verloren goed konden beschouwen, want?” Skule geeft het papiertje door aan Nozomi na deze vraag.
“Oh,” is de enige reactie van n15. Suengy, die heel nieuwsgierig is geworden grist het blaadje uit n15 handen en leest de tekst.
“Ik wil niet eindigen als een karikatuur op een tekenfilmbegraafplaats. Ik vind het niet meer plezant.”
Mint






Leave a comment