Gender Deel 6
“Jij bent onze persoon, Mint.”
“De enige die dit zou kunnen. Snap je dat?”
“Je kunt hier hele dagen achter je bureau blijven zitten met je getalletjes en documenten en blijven dagdromen over een betere toekomst of je kunt daadwerkelijk iets voor je land betekenen.”
“Luister je wel, Mint? Mint!?”
“Mint, even erbij blijven nou. Je dwaalt weer af. Hier, neem nog een koffie.”
Ko lijkt uit een soortement van roes te ontwaken en komt wat gedesoriënteerd over. Had ko een bureau? Getalletjes? Documenten? Het komt wel binnen maar registreert niet. Het is momenteel meer schuim dan bier. Ko neemt een slok van de zojuist aangereikte koffie en een gedeelte ervan druipt langs de mondhoek weer naar buiten. Skule dept het af met een stuk keukenrol en beweegt de hand van Mint met de koffiekop naar ki mond toe zodat ko nog een slok kan nemen.
“Natuurlijk moet je even bijkomen van zo’n vraag, Mint. Maar mijn collega, Nozomi, en ik vertrouwen erop dat dit precies de klus voor jou is”, zegt Skule dwingend en directief.
Vraag? Wat was de vraag? Het lijkt erop dat ko midden in een conversatie is beland en een belangrijk deel heeft gemist. De koffie helpt ik alles wat helderder te krijgen. De contouren van de twee personen in een strak, zwart pak voor ik worden duidelijker en ko kan de gezichten beter waarnemen. De persoon die h1m53lf Skule noemt zit op een bureau die van ko lijkt te zijn. Op een stoel ernaast zit Nozomi voorovergebogen met de ellebogen leunend op n15 bovenbenen. Was ko even k.o. gegaan?
“Je vroeg of het gevaarlijk kon zijn. Natuurlijk, maar jouw staatsmedewerkers … ”
“Dat zijn wij, Mint. Nozomi en ik”, vult Skule aan.
“Precies, wij dus, Mint, zorgen ervoor dat je niks overkomt.”
“En dan nog, Mint, je zou je leven toch willen geven voor je land? Of niet?” De stem van Skule is fors en maakt dat ko koizelf kleiner voelt worden. Natuurlijk zou ko koizelf voor ki land opofferen. Wat was die vraag nou ook alweer?
“Wij zorgen ervoor dat je alles krijgt, Mint”, geeft Nozomi aan. N3 is ondertussen rechtop gaan zitten en heeft een dikke, vanillekleurige folder van het bureau gepakt waarmee gewapperd wordt.
“Een huis, een auto, een partner. Je wilt toch wel een partner, Mint? Wie wil er nou geen partner?” De vraag van Skule is retorisch. Of Mint nou wil of niet, ko zal het allemaal krijgen omwille van ki missie. Op de manier waarop Nozomi de folder heen en weer beweegt lijkt het alsof daar het huis, de auto en de partner in zitten. Nee, dat past nooit.
“Kun je rijden? Dat komt goed, Mint. Ook dat regelen we voor je. Je zult niks meer tekortkomen. Geld, eten, noem het op. Een sociaal netwerk groter dan je aankunt. Geen grijs bestaan meer voor jou, Mint. Avonturen wachten op je.” De manier waarop Nozomi het zegt, lijkt erop te duiden dat ko al ‘ja’ heeft gezegd. Wat was die vervloekte vraag nou?
“Je viel op door niet op te vallen, Mint. Je werk was altijd op orde. Alles wat je deed, deed je secuur en accuraat. Nooit te laat en altijd gefocust.” Skule neemt gas terug in h1z tempo en volume als h3 merkt dat Mint er weer bij is. “Onze infiltrant bij de socii zal ervoor zorgen dat je als één van hen zult worden opgenomen alsof je er altijd bij hebt gehoord. Elke maand kom je verslag uitbrengen bij ons. Wij doen de rest. Katachtige in het bakkie, Mint.”
H3 wil dat ko koizelf gaat mengen met de socii? Dat moet het zijn geweest. Daar heeft ko ‘ja’ tegen gezegd. En waarom niet!? Het klinkt zo logisch. Wie zijn de socii alweer?
“Ja, natuurlijk”, is het korte antwoord van Mint. Een brede grijns op de gezichten van Nozomi en Skule duiden erop dat ko het juiste antwoord heeft gegeven. Ze zien er eender uit. Zwarte haren in dezelfde coup geknipt en dezelfde soort zwarte snor onder een vrij fors uitgevallen neus. Zwarte zonnebrillen verbergen de ogen en maken de emoties lastig te peilen. Vlijmscherpe wenkbrauwen bewegen als gedirigeerd boven de randen uit.
“‘Ja, natuurlijk’, zegt hij. Hoor je dat, Nozomi?” Een hand land op ki schouder. “We wisten wel dat we op je konden rekenen.” De folder wordt overhandigd en Mint pakt het uit automatisme aan. Skule trekt de bril een stukje naar voren op de neus en kijkt met strakke, donkere pupillen Mint recht in de ogen aan.
“Je hele missie staat in de papieren in die folder, Mint.” Skule wijst naar de hand met de documenten erin en zet in een vloeiende beweging de bril weer terug. “We zullen het nog één keer met je doornemen. Je doorloopt eerst een korte training en haalt de benodigde papieren zoals rijbewijzen – als je die nog niet hebt – daarna wachten er een woning en partner op je en sluit je je aan bij de socii, terwijl je de illusie hooghoudt van het ideale stel in een leuke wijk in de stad. Je partner zal een baan hebben, waardoor jij je kunt richten op het werken voor de socii. Elke maand spreken we jou en horen we van je wat er allemaal gaande is. Duidelijk?”
“Ja, natuurlijk.” Ko schudt even met ki hoofd. “Help me nog even herinneren, want volgens mij heb ik wat gemist. “Een infiltrant bij de socii?” Mint krabt even achter op het hoofd en wrijft de hand gelijk stevig over ki gezicht.
Nozomi zucht een diepe zucht, kijkt ko recht in de ogen aan vanachter n15 geblindeerde glazen en zegt: “Luister Mint, dit is allemaal op een need-to-know basis. Onze infiltrant blijft voor jou verborgen. Er staat iets groots te gebeuren, Mint, en jij moet ons op de hoogte houden ervan. Dat is je missie, focus, Mint.” Het wordt vergezeld door twee zachte tikken met de vlakke hand tegen ki wang.
“Ik zal jullie niet teleurstellen”, zegt ko gedecideerd. “Wanneer beginnen we?”
“We? WE!? Jij, Mint. JIJ! Wij zijn al begonnen. We houden contact.” Skule springt van het bureau. Nozomi staat op en samen lopen ze weg. Nozomi draait n15 hoofd nog even om en roept over n15 schouder: “Mondje dicht, Mint. Dat spreekt voor zich, natuurlijk.”
Mint blijft wat verbouwereerd achter in ki kantoor. Had ko een kantoor? Op het bureau staat een computer te draaien met allerlei bestanden open die ko niks lijken te zeggen. Er dansen getallen over het scherm en de papieren die ernaast liggen bevatten onduidelijke teksten over zaken waar ko niets van lijkt te weten. Onderaan elk blad staat ki naam in de footer en een datum waarop het werk waarschijnlijk gemaakt is. De datums variëren van vrij recent tot twee jaar terug.
Er hangen een jas en een hoed aan de kapstok die weldegelijk van ik lijken te zijn. Een donkerbruine aktentas vol met nog meer papieren, een lunchdoos, pennen en sleutels naast het bureau komen Mint niet bekend voor, maar ki naam staat op alles genoteerd, dus zal wel van kos zijn. Lelijke, nikszeggende schilderijen aan de muur die je in elke willekeurige hotelkamer kunt vinden. Een frame met daarin een papiertje met de tekst ‘werknemer van de maand’ met ki naam in sierlijke letters onderaan. Hoe lang ben ik k.o. geweest? Heb ik mijn hoofd bezeerd in mijn val?
Maar tijd om antwoord te geven op ki eigen vragen, heeft ko niet, want er staat weer een onbekende voor ki neus. “Trek je jas aan. Pak je spullen. We gaan”, zegt k9 zonder k9zelf voor te stellen. “Laat alles maar zoals het is, daar wordt voor gezorgd.”
De manier waarop k9 het zegt en het uiterlijk wekken de indruk dat k9 voor dezelfde mensen werkt als Nozomi en Skule. Zelfde kapsel, zelfde snor en zelfde bril. Is dit het begin van de missie? Zonder er verder over na te denken, wordt er gedaan wat er is gezegd. Ko wordt in stilte het gebouw – dat ko koizelf eveneens niet kan herinneren – geëscorteerd. Buiten opent een chauffeur de deur van een zwarte Hummer voor ik en ko stapt in alsof het de dagelijkse gang van zaken is. Naast ko zetelt de onbekende k9zelf.
“Mint, ik ben Rune. Ik ben er om je naar het trainingskamp te begeleiden. In een kleine maand zullen we je klaarstomen voor je toekomstige taken. In diezelfde tijd maken wij alles klaar voor je, Mint. Je kunt je partnerwensen bij je inschrijving aangeven alsmede de wensen voor je woning en vervoersmiddelen. Wij dragen er zorgen voor dat alles klaar is als je training is afgerond.”
“Ja, natuurlijk.” Even lijkt het er weer op dat ko wat gemist heeft. De auto ruikt naar heftige eau de cologne die van de chauffeur af lijkt te komen. Een gebroken wit interieur met her en der een roze accent en zwarte naden geven het een gedistingeerd uiterlijk. Stilletjes, maar met een stevige vaart rijden ze de voor Mint onherkenbare straat uit op weg naar nog meer onbekend terrein. Focus, Mint. Je hebt ‘ja’ gezegd tegen een missie. Nu is niet de tijd om je cool te verliezen.
“Je bent een persoon van weinig woorden, Mint, dat bevalt me wel. Dat zal je goed van pas komen bij je missie. Een baard zou je goed staan. Dat verbergt je gezicht een beetje. We gaan ervoor zorgen dat dat goed komt. Heb je vragen, Mint?”
“Met wie moet ik ook alweer precies contact leggen?” Op de folder staat in kleine letters de naam van Mint gedrukt, maar verder geeft het niks anders prijs.
“Doelgericht. Heerlijk. Mijn collegae hebben niet gelogen, Mint. Met die focus van je zit het wel goed. Het doelwit is Maeylon, maar het zal even duren voordat je met anu in contact bent. Allereerst zul je geïntroduceerd worden bij Jurswailly en Durragh. Zij zullen je wegwijs maken in de wereld van de socii.” Het wordt gezegd alsof het allemaal mensen zijn die Mint zou moeten kennen uit een verleden. Geen enkele naam doet een belletje rinkelen.
Ko doet ontzettend hard ki best om de namen op te slaan, maar met de informatie van het afgelopen half uur duizelt het ik een beetje. Rune ziet de verdwaasde blik en stelt ik gerust: “Geen paniek, Mint. Alles staat in de folder. Namen, achtergronden, alles wat we tot nu toe hebben kunnen achterhalen. We vermoeden dat er iets groots opgezet gaat worden door een aantal socii. Onze infiltrant heeft het lastig om nog contact met ons op te nemen, daarom hebben we jou gevraagd. Jij bent onze persoon on the inside. We rekenen op je. De hele wereld rekent op je, Mint.”
“Ja, natuurlijk”, is het laatste wat er die reis wordt gezegd. Na een half uur komen ze aan op een verlaten legerkamp. De chauffeur opent de deur aan de kant van Mint en voordat ko kan uitstappen zegt Rune: “Succes Mint. We zullen elkaar niet meer zien, voorlopig niet althans, maar ik weet zeker dat je zult slagen. Go get ’em, tiger.”
Bij het verlaten van de Hummer krijgt ko nog een hevige lading van de geur van de chauffeur ki neus en longen binnen. Kuchend loopt ko richting de metalen hekken van het kamp. Door een persoon in groene leger outfit wordt Mint naar een klein huisje geleid nabij de ingang. Ko wordt achter een computer gezet om ki inschrijving te regelen, terwijl de ogen van de medewerker ik aanstaren alsof ze ki ziel kunnen zien. Alle informatie en wensen worden onnadenkend ingevuld en als het afgerond is krijgt Mint een kamer in een houten barak toegewezen waar ko de komende maand zal verblijven tot de training is afgerond.






Leave a reply to Hoofdstuk 2: De Zeven – Unsigned Books Cancel reply