Hoofdstuk 6: Een Nieuwe Missie

Written by:

Gender Deel 7

Vier puddingdagen en dus vier weken heeft co geteld. Personen zijn gekomen en gegaan. Sommigen zijn, net als 5, binnen afzienbare tijd weer terug geloodst naar de donkere krochten van het enorme gebouw en niet meer wedergezien. 1, 2 en 3 zijn vrij snel achterelkaar meegenomen door Hebe en Ihme en eveneens niet teruggekeerd. Die zullen ondertussen een goede baan hebben met een leuk inkomen en bescheiden optrekje in een plezante wijk. Misschien krijgen ze wel een partner en op den duur kinderen.  

De twee nieuwe patiënten die erbij zijn gekomen, zijn niet zo gezellig als 1, 2 en 3 waren. Dus co spendeert spelletjestijd voornamelijk alleen in een zitzak voor de televisie. Als co ziet dat het twee uur is en hoort dat het tijd is voor de spelletjes loopt co gedwee cor kamer uit. Voor com staan Hebe en Ihme met een brede grijns op hun gezichten. “Je mag met ons mee vandaag. Voor jou geen pudding meer. Maar niet gevreesd, ik heb er voldoende ruimte voor,” grinnikt Hebe. Dit zou warempel peh’s eerste grap kunnen zijn. Althans een goede poging tot

“Zal ik mijn koffer vast pakken of wordt die nagezonden?”  

“Geen zorgen, dat wordt in orde gemaakt voor je als alles volgens plan verloopt.” Hebe trekt voor co de deur achter com dicht en slaat gelijk peh’s arm om com heen om com mee te nemen naar buiten.  

“Ik begrijp dat afscheid nemen van de zo geliefde bruster geen optie is?” Maar ze zijn de deur al door. “Laat ook maar; ik stuur wel een kaartje.” 

Vanaf hier is het slechts één verdieping naar boven en toch wordt de lift genomen die al op ze aan het wachten was. In de korte rit naar de volgende verdieping bekijkt co corzelf in de spiegelende deuren en merkt dat co er verzorgd genoeg uitziet en niet geheel verwilderd is zoals co corzelf voelt. Spiegels zijn er nergens te vinden en dit is de eerste keer in vier weken dat co de kans krijgt een glimp van corzelf op te vangen.  

Lopend door een lange, nauwe en slecht verlichte gang vraagt Ihme met enige vorm van sarcasme in nyans stem: “Enig idee waar de reis vandaag heengaat?” 

Co denkt diep na en komt tot de ontdekking dat niet alleen dat een groot raadsel is, maar dat de tijd voor de gele kamer verworden is tot een grote onherkenbare brij. Er hangt een sluier om de herinneringen die mettertijd alleen maar dikker zal worden. Om corzelf niet te laten kennen, gooit co er toch een antwoord uit. “Naar jullie kantoor om me een aanbod te doen waar ik geen ‘nee’ tegen kan zeggen.” 

“Bijna goed,” zegt Hebe, “maar niet helemaal.” Voor een deur als elk ander staan ze even stil. Co ziet de letters en nummers op het bordje naast de deur: HB.16W, maar het zegt com niks. “Daar zijn we dan. We zouden willen zeggen ‘tot zo’, echter, de ervaring leert ons dat je daar weinig van mee zult krijgen. Het ga je goed.” Een klop op de schouder door zowel Hebe als Ihme en dan stapt co de kamer binnen waar een onbekend lot com staat te wachten. 

Tot cor grote verbazing is het een zeer prettig ingerichte kamer met planten, posters, fraaie kasten vol boeken en huiselijke lampen. Er staat een zwarte divan en op de stoel ernaast zit een keurig net gekleed persoon in een grijs mantelpakje met kleurige nagels, natuurlijk ogende make-up en prachtige lange roze lokken en een bijkleurende baard en snor. Het enige minder prettige is de blauwe rook van de enorme sigaar die x9 in x9s mond heeft. Er ligt een hoopje as in een zilveren asbak op een pootje naast de stoel en de penetrante geur stormt cor neus binnen.  

X9 tikt met de vrije hand op de divan om co duidelijk te maken dat co plaats mag nemen. Aarzelend stapt co op de divan af en gaat wat ongemakkelijk zitten met de benen over elkaar. Co wordt van top tot teen bekeken door x9. “Ik ben Momo, de laatste persoon die je hier zult zien. Na deze sessie ben je klaar om weer deel te nemen aan de maatschappij. Je bent van ver gekomen, maar dat ligt allemaal achter je en kun je nu gemakkelijk vergeten.” 

Als co de muren bekijkt ziet co op de posters afbeeldingen van stranden en zeeën. Eén poster springt in het oog, omdat het allerlei trappen bevat die alle kanten op gaan. “Je zult weldra merken hoe comfortabel de divan is om op te liggen en hoe ontspannen je ervan kunt worden. Op je eigen moment kun je benen strekken en je hoofd op leuning neerleggen, terwijl je nog even staart naar het plafond.” De stem komt co bekend voor, maar kan er geen vinger op leggen waarvan co deze herkent. Ondanks de vrijblijvende bewoordingen, dwingen ze toch en alsof co de controle verliest of cor eigen lichaam gaat co liggen op de divan.  

“Op het plafond kun je een plekje ontdekken dat je aandacht trekt en vasthoudt. Daar kun je naar kijken, terwijl je rustig in- en uitademt met je armen ontspannen naast je lichaam.” Ondanks dat co zoveel te zeggen heeft, is ondertussen elke drang om op te praten als sneeuw voor de zon verdwenen. Een kleine oneffenheid in het plafond houdt cor aandacht vast, terwijl Momo met een zachte stem tot diep in het brein weet door te dringen.  

“Bij elke inademing kun je kijken naar die plek en als je uitademt kun je ogen even sluiten. Dan adem je weer in en kijk je weer even. Doe dat maar op jouw manier. Inademen. Kijken. Uitademen. Ogen sluiten. Als je dat doet dan kun je je gewaarworden dat je oogleden steeds meer moeite hebben om omhoog te gaan. Ze worden steeds zwaarder. Hoe meer je je ertegen verzet, hoe zwaarder ze worden, totdat ze niet meer open willen en dan houd je ze ontspannen dicht.” 

Er valt een korte stilte waarin co op de divan met de ogen dicht wegzakt in een trance. Momo zuigt stilletjes aan de sigaar en blaast de rook de kamer in. De geur registreert niet meer en de omgeving lijkt volledig te zijn verdwenen. Er is alleen nog rust. Diepe innerlijke en lichamelijke rust.  

“Je kunt je volledig concentreren op mijn stem en elke keer als je het idee hebt dat je even afdwaalt, dan richt je je aandacht op het puntje van je neus en kun je je weer richten op mijn stem en woorden. Probeer het maar.” Co richt cor aandacht op cor neus en hoort Momo verder praten met na elke zin een korte stilte.  

“Ontspan je voeten. Ontspan je tenen. Ontspan je hielen. Ontspan je enkels. Ontspan je kuiten.” Het hele lichaam wordt op deze manier benoemd door Momo, die ondertussen bij elke stilte een hijs neemt en de volgende zin zegt op een uitademing waarbij de rook nonchalant wordt vrijgelaten.  

“Denk je in dat je bovenaan een trap staat. Ik ga van tien terugtellen naar één, terwijl je naar beneden loopt. Bij elke tel kun je je meer en meer ontspannen en raak steeds dieper in trance. Als je beneden bent, ben je volledig ontspannen en in een diepe trance. Tien. Steeds meer en meer ontspannen. Negen. Dieper en dieper in trance. Rustig inademen. Rustig uitademen. Acht. Zeven.” 

Alles valt weg. 

— 

Er wordt wat gezegd. Tegen mij? Mint? Ben ik Mint? Even denken. Puntje van mijn neus. Concentratie. 

“Je bent onze persoon, Mint.” 

Hing er geen lucht van een sigaar? Ik zal wel hebben zitten dagdromen. 

“De enige die dit zou kunnen. Snap je dat?” 

Ja, natuurlijk snap ik dat. Wacht. Wat zou ik kunnen?  

“Je kunt hier hele dagen achter je bureau blijven zitten met je getalletjes en documenten en blijven dagdromen over een betere toekomst of je kunt daadwerkelijk iets voor je land betekenen.” 

Achter mijn bureau. Ik heb een bureau. Getallen? Documenten? Puntje van je neus, Mint. 

“Luister je wel, Mint? Mint!?” 

“Mint, even erbij blijven nou. Je dwaalt weer af. Hier, neem nog een koffie.” 

Ah, koffie.  

One response to “Hoofdstuk 6: Een Nieuwe Missie”

  1. Hoofdstuk 5: De Gele Kamer – Unsigned Books Avatar
    Hoofdstuk 5: De Gele Kamer – Unsigned Books

    […] main hfstk 4 hfstk 6 […]

    Like

Leave a reply to Hoofdstuk 5: De Gele Kamer – Unsigned Books Cancel reply

Latest Articles